Ondernemingen die actief zijn in Spanje zijn onderworpen aan verschillende belastingen, zoals personenbelasting (“impuesto sobre la renta de las personas físicas” of IRPF), belasting over toegevoegde waarde (btw), vennootschapsbelasting ('impuesto sobre sociedades' of IS) of inkomstenbelasting voor niet-residenten ('impuesto sobre la renta de no residentes' of IRNR). In tegenstelling tot btw, een indirecte belasting, zijn IS en IRNR directe belastingen, aangezien ze worden geheven over de inkomsten van een onderneming en de onderneming zelf het bedrag rechtstreeks betaalt aan de Agencia Tributaria.
Als de boekhoudkundige winst die de onderneming behaalt aanzienlijk is, zal ook het verschuldigde belastingbedrag voor IS of IRNR, dat wordt ingediend met behulp van formulier 200, hoog zijn. Daarom kiezen sommige ondernemingen ervoor om de betaling van deze belastingen te splitsen met behulp van formulier 202, dat we hieronder zullen bespreken.
Wat staat er in dit artikel?
- Wat is formulier 202 en waarvoor dient het?
- Wie moet formulier 202 indienen?
- Wat is de deadline voor het indienen van formulier 202?
- Kan formulier 202 worden uitgesteld?
- Hoe dien je formulier 202 in?
Wat is formulier 202 en waarvoor dient het?
Formulier 202 is een belastingdocument dat ondernemingen invullen om vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting voor niet-residenten in termijnen te betalen.
Concreet staat de Spaanse overheid toe dat betalingen in maximaal drie termijnen worden voldaan. Als aan het einde van het jaar alleen formulier 200 wordt ingediend, blijft het verschuldigde bedrag hetzelfde, maar moet het in één keer worden betaald. Dit kan een aanzienlijke uitgave zijn die ernstige gevolgen heeft voor de financiële gezondheid van de onderneming. Hoewel deze eenvoudigere betalingsregeling een van de belangrijkste redenen is waarom veel ondernemingen ervoor kiezen om formulier 202 in te dienen, is het indienen ervan niet altijd optioneel. Hieronder bekijken we de gevallen waarin ondernemingen dit formulier moeten indienen.
Wie moet formulier 202 indienen?
De Agencia Tributaria (de Spaanse belastingdienst) bepaalt wanneer er een verplichting bestaat om termijnbetalingen te verrichten voor de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting voor niet-residenten. Dit is het geval in de volgende situaties:
- Als het transactievolume tijdens het voorgaande boekjaar meer dan € 6 miljoen bedroeg, zijn termijnbetalingen vereist, ongeacht of er winst is behaald met die transacties.
- Als het transactievolume minder dan € 6 miljoen bedroeg, maar in het voorgaande boekjaar winst werd behaald.
Als een van deze twee scenario's zich voordoet, geldt de verplichting om formulier 202 in te dienen voor zowel Spaanse ondernemingen die IS moeten betalen, als buitenlandse personen en entiteiten die inkomsten verkrijgen op Spaans grondgebied en IRNR moeten betalen.
Wat is de deadline voor het indienen van formulier 202?
Of je dit formulier nu optioneel of verplicht indient, je moet weten wanneer formulier 202 moet worden ingediend en je moet je aan de deadlines houden. Zoals eerder vermeld, kan de betaling in drie termijnen worden verdeeld, waarbij elke betaling op de volgende data wordt verwerkt:
- De eerste betaling wordt verwerkt tussen 1 april en 20 april.
- De tweede betaling wordt verwerkt tussen 1 oktober en 20 oktober.
- De derde betaling wordt verwerkt tussen 1 december en 20 december.
In alle drie de gevallen zijn er een paar uitzonderingen:
- Als de 20ste een zaterdag is.
- Als de 20ste wordt beschouwd als een niet-werkdag.
Als dit gebeurt, wordt de deadline uitgesteld tot de volgende werkdag.
Kan formulier 202 worden uitgesteld?
Volgens wet 58/2003 kan bijna elke belastingschuld worden uitgesteld. In het officiële staatsblad (BOE) worden echter verschillende uitzonderingen vermeld, waaronder de termijnbetalingen voor zowel IS als IRNR. Met andere woorden, de betaling van formulier 202 kan niet worden uitgesteld.
Dit betekent niet dat de Spaanse overheid geen uitstel van betaling van deze belastingen toestaat: als alleen het jaarlijkse belastingaangifteformulier 200 wordt ingediend, kunnen IS en IRNR worden uitgesteld. Als de betalingsverplichting ontstaat bij het indienen van formulier 202, is uitstel niet toegestaan, aangezien het om een termijnbetaling gaat.
Hoe dien je formulier 202 in?
Zoals bij elke vorm van belastingbetaling kan de procedure enigszins ingewikkeld zijn. Daarom hebben we een stapsgewijze handleiding opgesteld om het invullen van formulier 202 voor jou wat gemakkelijker te maken.
Als je het nog eenvoudiger wilt maken, kun je overwegen om oplossingen voor belastingautomatisering en -rapportage in je financiële activiteiten te integreren. Stripe Tax is een tool waarmee je automatisch directe belastingen op al je verkopen kunt berekenen en innen (zoals btw, omzetbelasting of belasting op goederen en diensten). Bovendien wordt Tax regelmatig bijgewerkt om wijzigingen in de belastingwetgeving weer te geven en worden je belastingverplichtingen gecontroleerd. Je krijgt een melding als je de drempel voor belastingaangifte overschrijdt in een van de meer dan 50 landen waar het actief is. (Zie onze huidige lijst met uitgesloten gebieden.)
Of je nu een van deze tools gebruikt of Formulier 202 liever met handmatig verzamelde gegevens verwerkt, het kan alleen elektronisch worden ingediend via de officiële website van de Agencia Tributaria. Deze belastingdienst geeft aan hoe je [Formulier 202 elektronisch kunt indienen], waarvoor je je Cl@ve PIN of je digitale certificaat nodig hebt.
Voer onder "Datos identificativos" (Identificatiegegevens) je NIF, je volledige naam of bedrijfsnaam (als je een rechtspersoon bent) in. Geef onder “Devengo” (Opbouw) de opbouwperiode op (d.w.z. wanneer de periode voor het indienen van de periodieke zelfbeoordeling van formulier 202 begint), het begin van het boekjaar (meestal 1 januari) en de CNAEcode (d.w.z. de categorie waartoe je onderneming behoort in de Nationale Classificatie van Economische Activiteiten).
Vink onder „Datos adicionales“ (Aanvullende gegevens) het vak aan dat overeenkomt met de status van je onderneming:
- Fiscaal beschermde coöperatie
- Onderneming onder de regeling voor rederijen volgens tonnage
- Onderneming die profiteert van de belastingstimulansen voor kleine ondernemingen
- Ondernemingen die in de 12 maanden voorafgaand aan de belastingperiode transacties hebben uitgevoerd met een totale waarde van meer dan € 6 miljoen.
- Andere ondernemingen die twee soorten belastingheffing kunnen toepassen, zoals ondernemingen die vallen onder de speciale zone van de Canarische Eilanden ("Zona Especial Canaria" of ZEC).
- Fiscaal beschermde coöperatie
Vink in hetzelfde gedeelte 'Datos adicionales' het vak aan dat overeenkomt met het belastingtarief (algemeen, kleine onderneming, micro-onderneming, nieuwe onderneming, speciaal belastingtarief of andere categorieën die hetzelfde percentage betalen als het algemene tarief (d.w.z. 25%). Geef vervolgens het nettobedrag op van de omzet die de onderneming heeft behaald in de 12 maanden voorafgaand aan het begin van de belastingperiode (d.w.z. het bedrag dat wordt verkregen door kortingen, btw of andere belastingen af te trekken van het bedrag dat is ontvangen uit de verkoop van producten en diensten):
- Bedrag gelijk aan of groter dan € 10 miljoen maar kleiner dan € 20 miljoen
- Bedrag gelijk aan of groter dan € 20 miljoen maar kleiner dan € 60 miljoen
- Bedrag gelijk aan of groter dan € 60 miljoen
Het vak moet ook worden aangevinkt, indien van toepassing, voor ondernemingen waarvan 85 % van de in formulier 202 aangegeven inkomsten tijdens de belastingperiode afkomstig is van inkomsten die in aanmerking komen voor belastingvrijstellingen op grond van de artikelen 21 en 22 van wet 27/2014, of voor aftrekposten op grond van artikel 30.2 van dezelfde wet.
- Bedrag gelijk aan of groter dan € 10 miljoen maar kleiner dan € 20 miljoen
Vul het gedeelte “Liquidación” (Berekening) in. Deze stap is het meest complex omdat deze varieert afhankelijk van de methode die je selecteert. De eerste methode wordt beschreven in artikel 40.2 van de wet die in de vorige paragraaf wordt genoemd, terwijl de tweede methode wordt beschreven in artikel 40.3.
Eerste methode: In vak 01 moet je de basis van de termijnbetaling invullen. Er zijn twee mogelijke gevallen:
- Vorige belastingperiode, één jaar: In dit geval is de basis voor de termijnbetaling het totale bedrag van de laatste IS- of IRNR-aangifte, dat wil zeggen het bedrag dat wordt verkregen na toepassing van eventuele aftrekposten, vooruitbetalingen, inhoudingen of toeslagen.
- Vorige belastingperiode, minder dan een jaar: Deze situatie doet zich voor wanneer een entiteit besluit om de datum van het einde van het boekjaar te wijzigen, die bepalend is voor de periode waarin de boekhoudkundige verrichtingen worden uitgevoerd. Als dit op jou van toepassing is, moet je de onmiddellijk voorafgaande belastingperiodes dekken totdat je het minimum bereikt, dat volgens de wet 365 dagen is. Wanneer we het hebben over belastingperiodes, bedoelen we het boekjaar van de onderneming. Hoewel dit in de meeste gevallen overeenkomt met een kalenderjaar, is dat niet altijd het geval. De basis voor de termijnbetaling wordt verkregen door de termijnen die overeenkomen met die periodes bij elkaar op te tellen. Dit tweede geval is niet van toepassing als de onderneming in het voorgaande jaar is gestart.
- Vorige belastingperiode, één jaar: In dit geval is de basis voor de termijnbetaling het totale bedrag van de laatste IS- of IRNR-aangifte, dat wil zeggen het bedrag dat wordt verkregen na toepassing van eventuele aftrekposten, vooruitbetalingen, inhoudingen of toeslagen.
In vak 02 moet je het resultaat invullen dat je in de vorige belastingaangifte hebt gekregen. Je hoeft dit vak alleen in te vullen als de aangifte die je met formulier 202 doet een aanvullende aangifte is.
In vak 03 moet je het resultaat invullen van de berekening van 18% van het bedrag in vak 01, dat de basis vormt voor de termijnbetaling. Dit bepaalt het bedrag dat je moet betalen. Als het om een aanvullende aangifte gaat, moet je het bedrag in vak 02 aftrekken van de basis voor de termijnbetaling.
Tweede methode: Hoewel deze tweede methode in de meeste gevallen optioneel is, worden in artikel 40.3 van wet 27/2014 twee voorwaarden genoemd waaronder deze methode verplicht is. Je moet deze methode gebruiken als een van de volgende situaties op je onderneming van toepassing is:
- Als de omzet van de onderneming in het jaar voorafgaand aan de belastingperiode meer dan € 6 miljoen bedroeg.
- Als de onderneming onderworpen is aan de regeling voor rederijen op basis van tonnage.
Of je deze methode nu vrijwillig gebruikt of omdat het verplicht is, je moet in februari van het betreffende belastingjaar een aangifte bij de Agencia Tributaria indienen.
- Als de omzet van de onderneming in het jaar voorafgaand aan de belastingperiode meer dan € 6 miljoen bedroeg.
Hieronder vind je de stappen voor de tweede methode om formulier 202 in te vullen. Als je de eerste methode gebruikt, volg dan gewoon de hierboven beschreven stappen. Als je klaar bent, kun je het voltooien van het proces vieren en desgewenst naar het einde van het artikel gaan.
Opmerking: Je zult zien dat de vakken die we beschrijven niet in numerieke volgorde staan. In plaats van ze op nummer te rangschikken, hebben we de volgorde aangehouden waarin ze op formulier 202 staan, zodat je je aangifte gemakkelijker kunt invullen. Hieronder leggen we de meest relevante of ingewikkelde vakjes uit, maar je kunt meer informatie vinden in de gids van Agencia Tributaria.
Vul in vak 04 de boekhoudkundige winst in door de kosten af te trekken van de inkomsten die tijdens de opgegeven periode zijn verdiend:
- Formulier 202 ingediend tijdens de eerste periode: eerste kwartaal van het boekjaar
- Formulier 202 ingediend tijdens de tweede periode: eerste negen maanden van het boekjaar
- Formulier 202 ingediend tijdens de derde periode: eerste elf maanden van het boekjaar
Indien van toepassing moet je ook de IS-boekingspost vermelden (ook bekend als de “boekingspost voor vennootschapsbelasting”, wat verwijst naar de economische transacties die in het boekhoudboek van je onderneming zijn geregistreerd).
Vermeld in de vakken 05 en 06 de aanpassingen voor de vennootschapsbelasting. Vak 05 is specifiek bedoeld voor stijgingen in zowel winsten als verliezen als gevolg van IS. Vak 06 is daarentegen bedoeld voor dalingen in winsten en verliezen als gevolg van de vennootschapsbelasting.
Vermeld in vak 37 de verminderingen als gevolg van de herziening van aanpassingen door ondernemingen die niet als “reducida dimensión” (kleine ondernemingen) waren geclassificeerd tijdens de belastingperiodes die begonnen in 2013 en 2014. Overeenkomstig artikel VII van wet 16/2012 waren bepaalde ondernemingen verplicht om een verhoging te vermelden in vak 36 van formulier 202. Deze aanpassing mag echter alleen worden vermeld als je onderneming tijdens de twee bovengenoemde boekjaren was geclassificeerd als een “gran empresa” (grote onderneming) – met een omzet van € 10 miljoen of meer – en als de afschrijving beperkt aftrekbaar was.
In vak 07 moet je het totale aantal stijgingen van het resultaat van de winst- en verliesrekening vermelden, met uitzondering van de in vak 05 vermelde aanpassingen. Vervolgens moet je in vak 08 het cijfer vermelden dat overeenkomt met de dalingen, met uitzondering van die welke reeds in de vakken 06 en 37 zijn vermeld.
In de vakken 38 en 39, die de totale correcties weergeven, moet je geen berekeningen uitvoeren, omdat het systeem deze automatisch berekent. Om toch inzicht te krijgen in de herkomst van de weergegeven cijfers, volgt hier de formule die wordt toegepast:
- Vak 38: Vak 05 + Vak 07
- Vak 39: Vak 06 + Vak 37 + Vak 08
In vak 13, dat betrekking heeft op de vorige belastbare grondslag, moet je ook geen berekeningen uitvoeren, omdat het systeem dit automatisch doet. De formule is als volgt:
- Vak 13: Vak 04 + Vak 38 - Vak 39
Vak 44 wordt alleen ingevuld als de kapitalisatiereserve zoals beschreven in artikel 25 van Wet 27/2014 is toegepast tijdens voorgaande boekjaren die niet in aanmerking kwamen voor een vermindering van 10% van de toename van het eigen vermogen. Als dit op jou van toepassing is, moet je nu het bedrag toevoegen dat nog moet worden verminderd.
Vak 14 wordt gebruikt om eerdere negatieve belastbare inkomsten te compenseren. In dit geval moet je de negatieve belastbare inkomsten van voorgaande jaren invullen.
De vakken 45 en 46 mogen alleen worden ingevuld door ondernemingen die in aanmerking komen om de zogenaamde egalisatiereserve toe te passen. Als dit op jou van toepassing is, wordt het overeenkomstige bedrag verlaagd in vak 46. Als deze reserve in de komende vijf jaar wordt teruggeboekt, moet je de stijging in vak 45 registreren.
Wat betreft vakken 16 en 17: de meeste entiteiten passen een enkel belastingtarief van 25% toe bij het betalen van vennootschapsbelasting. Is dit van toepassing op jouw situatie? Dan moet je beide vakken invullen: vak 16 wordt automatisch ingevuld, maar het bedrag voor vak 17 moet je zelf berekenen.
- Vak 16: Vak 13 - Vak 44 + Vak 45 - Vak 46
- Vak 17: Belastingtarief x (19 ÷ 20) of (5 ÷ 7) (19 ÷ 20 als je een kleine onderneming bent en 5 ÷ 7 als je dat niet bent)
Als je onderneming meerdere belastingtarieven voor IS toepast, moet je niet de vakken 16 en 17 invullen, maar de vakken 20 en 23.
- __ Vak 20:__ Bedrag dat overeenkomt met de basis van de termijnbetaling na toepassing van het lagere belastingtarief
- Vak 23: Het tegenovergestelde van het vorige vak (d.w.z. de basis van de termijnbetaling na toepassing van het hogere belastingtarief)
In vak 47, dat betrekking heeft op toewijzingen, moet je belastinggerelateerde aanpassingen uit voorgaande jaren terugdraaien, zoals bepaald in artikel 11.12 van wet 27/2014. We hebben het hier over aanpassingen waarbij sprake was van kosten die voorheen niet aftrekbaar waren, maar nu wel aftrekbaar zijn in de huidige belastingperiode.
Vak 40 wordt alleen ingevuld door coöperaties die niet fiscaal beschermd zijn. Als dit op jouw situatie van toepassing is, moet je de negatieve bijdragen aangeven die voor de voorgaande periodes moeten worden gecompenseerd. Houd er rekening mee dat het niet is toegestaan om meer dan 70% van de totale belastingverplichting van voorgaande periodes te compenseren.
Met betrekking tot de egalisatiereserve in vakken 45 en 46: die fiscale stimulans moet als termijn worden opgenomen in vakken 48 en 49. Concreet wordt het verhogingsbedrag toegevoegd aan vak 48, terwijl het verlagingsbedrag wordt opgenomen in vak 49.
Vak 18 wordt ingevuld aan de hand van een berekening die, ondanks dat er verschillende componenten bij betrokken zijn, niet ingewikkeld is als je de volgende formule toepast:
- Vak 18: (Vak 16 × Vak 17 ÷ 100) + Vak 47 - Vak 40 + Vak 48 - Vak 49
In de vakken 19, 21, 22, 24 en 25 voert het systeem de berekeningen automatisch uit. Hier volgt een uitleg over hoe het resultaat wordt verkregen:
- Vak 19: Vak 13 - Vak 44 + Vak 45 - Vak 46
- Vakken 21 en 24: (19 ÷ 20) of (5 ÷ 7) × Belastingtarief (de ene of de andere berekening, afhankelijk van of je een kleine onderneming bent)
- Vak 22: (Vak 20 × Vak 21) ÷ 100
- Vak 25: (Vak 23 × Vak 24) ÷ 100
Alleen entiteiten die fiscaal beschermde coöperaties zijn, vullen vak 42 in. Als dit op jou van toepassing is, vul dan de negatieve quota in die voor voorgaande periodes moeten worden gecompenseerd, waarbij je ervoor zorgt dat het bedrag niet hoger is dan 70% van de vorige totale quota.
De vakken 51 en 52 worden ingevuld door ondernemingen die gebruikmaken van de in de vakken 45 en 46 genoemde egalisatiereserve, met name ondernemingen die als kleine ondernemingen zijn aangemerkt. Als dit op jou van toepassing is, pas dan de egalisatiereserve toe op de belastbare grondslag van de termijnbetaling. De overeenkomstige verhoging wordt vermeld in vak 51, terwijl de verlaging wordt vermeld in vak 52.
In vak 26 moet een berekening worden gemaakt met behulp van de volgende formule:
- Vak 26: Vak 22 + Vak 35 + Vak 50 - Vak 42 + Vak 51 - Vak 52
Opmerking: Behalve vak 31 (voor aanvullende aangiften) en vak 33 (voor ondernemingen met een omzet van € 10 miljoen of meer) moeten alle andere vakken door alle ondernemingen worden ingevuld.
In vak 27 moet je het bedrag invullen dat overeenkomt met eventuele aftrekposten die tijdens de belastingperiode van toepassing zijn.
In vak 28 moet je het bedrag vermelden dat overeenkomt met de inhoudingen en vooruitbetalingen die tijdens de belastingperiode zijn gedaan.
In vak 29 moet je het percentage toevoegen dat overeenkomt met de belastingheffing van de staat, afhankelijk van het aantal transacties dat op een grondgebied van de algemene regeling heeft plaatsgevonden.
Vul in vak 30 het bedrag in dat overeenkomt met betalingen die eerder in een algemeen regime-gebied tijdens dezelfde belastingperiode zijn gedaan.
Vermeld in vak 31 het bedrag dat overeenkomt met de termijnbetaling die je eerder hebt betaald als het om een aanvullende aangifte gaat.
Pas in vak 32 deze formule toe:
- Vak 32: ((Vak 18 of vak 26 - Vak 27 - Vak 28) × (Vak 29 ÷ 100)) - Vak 30 - Vak 31
Vak 33 wordt alleen ingevuld door ondernemingen met een omzet van meer dan € 10 miljoen. Het bedrag wordt verkregen door 23% toe te passen op de winst die overeenkomt met de maanden van het kalenderjaar, op basis van de belastingperiode die is vastgesteld door het indienen van formulier 202.
Voer in vak 34 het hoogste cijfer in dat je hebt berekend in vakken 32 en 33.
Zoals we zojuist hebben gezien, kan het indienen van deze tweede methode een hele klus zijn, maar gelukkig is het voor de meeste ondernemingen niet verplicht. Over het algemeen is het invullen van formulier 202 niet al te ingewikkeld, maar onze gids heeft de meest relevante punten op een rijtje gezet om de meest voorkomende vragen te beantwoorden.
Je kunt deze gids gebruiken bij het opstellen van je volgende belastingaangifte. Houd er rekening mee dat Stripe’s platform voor automatisering van inkomsten en financiën je kan helpen je financiële processen te vereenvoudigen, het indienen van aangiften te versnellen en handmatige fouten te verminderen. Als je nog vragen hebt over hoe de specifieke kenmerken van een van de vakjes op formulier 202 van invloed kunnen zijn op je onderneming, raden we je aan om je belastingadviseur te raadplegen.
De inhoud van dit artikel is uitsluitend bedoeld voor algemene informatieve en educatieve doeleinden en mag niet worden opgevat als juridisch of fiscaal advies. Stripe verklaart of garandeert niet dat de informatie in dit artikel nauwkeurig, volledig, adequaat of actueel is. Voor aanbevelingen voor jouw specifieke situatie moet je het advies inwinnen van een bekwame, in je rechtsgebied bevoegde advocaat of accountant.